Boosheid. Last of kracht?

Hoe is jouw relatie met boosheid? Mag het er helemaal zijn? Of stop je het liever weg? Of schiet je juist iets te gemakkelijk in boosheid? Er is een groot verschil tussen primaire (ofwel: functionele) boosheid en secundaire (disfunctionele) boosheid. Daarover in dit artikel meer.

Generaliserend zou je over boosheid/woede kunnen zeggen dat:

Een collectief trauma die afkomstig lijkt te zijn van de heksenjacht en opkomst van het patriarchaat en flink ingebed zit in ons collectieve systeem. 

Wanneer woede geuit wordt in een familieopstelling is het ook geen uitzondering dat er één of meerdere deelnemers opstaan en even de ruimte uitlopen. Enkel de aanwezigheid van woede of boosheid kan al een sterke trigger veroorzaken. 

Boosheid of woede is dan ook vaak een emotie die onderdrukt wordt. Het mag er niet zijn. Hoewel bovenstaande generalisaties regelmatig zichtbaar worden in opstellingen, kan het natuurlijk talloze andere oorzaken hebben waarom boosheid onderdrukt wordt. 

Boosheid als secundaire emotie

Stel je hebt ruzie/onvrede met iemand en richt je vooral op wat de ander verkeerd doet. Daarover ben je flink verontwaardigd, waarschijnlijk zelfs boos. Dit is wat we noemen ‘boosheid als secundaire emotie’. Het voelt alsof iemand anders iets verkeerd doet, je zelfs iets aandoet (bewust of onbewust). Jij voelt je (grotendeels) onschuldig in dit scenario. In feite gaat het totaal niet om de andere persoon, maar wordt een diepere pijn geraakt. Je voelt je niet gezien, gehoord, begrepen of tekort gedaan. De boosheid is enkel een manier om die diepere pijn niet te hoeven voelen. Het houdt je weg bij waar het werkelijk om gaat. Het is makkelijker boos te blijven, dan om de pijn toe te laten. 

Dit kan zeer destructief zijn. Er zijn oorlogen om gevoerd (dat gebeurt trouwens nog steeds), er gaan relaties en vriendschappen aan kapot en families vallen hierdoor uit elkaar. Je kunt jaren in boosheid blijven hangen wat uiteindelijk alleen maar energie vreet. Uiteindelijk lost het niets op en leer je er maar weinig van. 

Boosheid in een opstelling

Boosheid in een opstelling kan zich uitten als weerstand en veroordeling naar de ouders en/of de situatie die zich aandient, maar kan soms ook zichtbaar worden als woede. Over de woede heen proberen te stappen roept over het algemeen meer weerstand op. 

Vaak gaat het hierbij om een woede die eerst helemaal de ruimte dient te krijgen alvorens er (mogelijk) contact gemaakt kan worden met de pijn die hieronder schuilgaat. Meestal verdriet en een groot gemis. Dit ‘lukt’ niet altijd direct in een opstelling, maar is een proces wat maanden (of jaren) kan duren. Eerst dient alle woede doorvoelt te zijn alvorens dat wat eronder ligt zich kan openbaren. 

Soms gaat het hier ook om een verstrikking. Zo kan iemand verstrikt zijn met een persoon die buitengesloten is waar veel woede speelt. Die woede dient dan gezien te worden en een plek te krijgen.

Boosheid als primaire emotie

In primaire boosheid schuilt een enorme (essentiële) kracht. Deze boosheid komt vanuit je essentie, niet vanuit een pijnstuk. Je zou het kunnen zien als een instinctieve reactie. Iets waar je niet bij nadenkt, waar ego zich niet mee bemoeit.

Primaire boosheid helpt je om een grens te voelen én aan te geven. 

Soms is bij die primaire boosheid explosiviteit absoluut gepast. Bijvoorbeeld wanneer iemand je fysieke ruimte binnendringt en je veiligheid op het spel staat. Dan is het vrij normaal dat je jezelf beschermt op de manier die nodig is. 

Maar ook als iemand een emotionele/mentale grens overgaat kan boosheid zeer functioneel en gepast zijn. Wanneer iemand bijvoorbeeld (onredelijke) verwijten naar je maakt. Op kleinerende wijze met je om gaat. Je kwetsbaarheid inzet om je te manipuleren. Of misbruik maakt van je vrijgevigheid of goede vertrouwen. 

Ja, óók als dat je moeder/vader is.

Hoe herken je het verschil tussen primaire en secundaire boosheid?

Secundaire boosheid gaat vaak gepaard met een sterke emotionele reactie. Je veroordeelt de ander, de ander is niet langer goed zoals hij/zij is en je wijst de ander af. Oftewel: je vindt er iets van. Deze boosheid kan nog lang aanhouden, soms zelfs jaren. Al dan niet sluimerend.

Vraag jezelf maar eens af, tegen wie koester jij ergens nog wrok? Een ex? Je huidige partner? Een familielid? Een vorige werkgever? Je jeugdvriend(in)? 

Wanneer je dit herkent is het zinvol om zelfonderzoek te doen naar de pijnstukken die eraan ten grondslag liggen. Hoe jij je laat behandelen, maar ook hoe je reageert op situaties is een spiegel naar binnen. Wat jij geneigd bent te accepteren zegt veel over hoe je naar jezelf kijkt. Dat kan een confronterende realisatie zijn.

Bij primaire boosheid begrens je enkel het gedrag, maar mag de ander nog helemaal zijn zoals hij/zij is. Het is vrij van veroordeling en vrij van een sterke emotionele reactie. Deze boosheid verdwijnt dan ook relatief snel na het (veilig) stellen van de eigen grens. Dit kan zich ook fysiek uiten doordat je nog een tijdje ‘natrilt’ of de neiging voelt het even letterlijk van je af te schudden. 

Het vraagt vaak nog een innerlijk proces om het onderscheid te kunnen maken tussen deze twee. Je zult namelijk je pijnstukken op moeten ruimen om goed te kunnen voelen welke boosheid nu gepast is of niet. Familieopstellingen kunnen uiteraard helpend zijn in dit proces. 

Kolibrie Academie maakt gebruik van cookies om de bezoekers van onze website de best mogelijke ervaring te bieden en voor het analyseren van bezoekersgedrag waarmee we onze website kunnen verbeteren.