Opleiding Familieopstellingen – Wat kun je verwachten?

Tijdens de opleiding Familieopstellingen leer je de theoretische basis van (familie)systemisch werk, hoe patronen en trauma doorgegeven worden, de ordening en hiërarchie en nog veel meer. Ook leer je hoe je een familieopstelling van begin tot eind kunt begeleiden – logischerwijs.

Maar bovenal nodigt deze opleiding je uit om je eigen proces aan te gaan. De opleiding familieopstellingen vormt daarmee een diepe innerlijke reis in bewustwording van je eigen conditioneringen, patronen en overtuigingen. Je leert je handelen te ondervragen en je blik telkens opnieuw naar binnen te richten. Je leert aanwezig te zijn in en bij jezelf. Dit is cruciaal om het ambacht van opstellen op een juiste en integere wijze uit te voeren.

In dit artikel lees je waarom het volgen van deze opleiding je niet alleen tot een gedegen en kundige opsteller maakt, maar ook zorgt voor een diepgaande verrijking van je dagelijks leven.

Welke manier van opstellen leer je?

Het ambacht familieopstellingen is continu in beweging. Vrijwel elke familieopstelling zou je iets ‘nieuws’ kunnen ontdekken als begeleider. Dit maakt ook dat het vak continu verandert en beweegt én per begeleider net even anders kan zijn. Ieder ontwikkeld – als het goed is – zo door de loop der jaren vanuit ervaring een eigen stijl. 

Om je toch en beetje een beeld te geven van de werkvormen binnen dit ambacht, zou je kunnen zeggen dat er in grove lijnen 2 ‘stijlen’ te onderscheiden zijn. Werken bij de mogelijke ‘oorsprong’ van het trauma in het familiesysteem of werken vanuit de cliënt. Ik benoem hieronder beide stijlen. Binnen de opleiding leer je werken vanuit de cliënt.

P.S: Hierover heb ik ook een podcast opgenomen: je draagt 7 generaties aan trauma mee, is dat waar?

Werken met de oorsprong van het trauma

Dit is de manier van werken die ooit door de grondlegger van opstellingen – Bert Hellinger – is gevormd. Ook Hellinger heeft door jaren fenomenologisch waarnemen deze vorm aangepast en doorontwikkeld, maar er zijn nog steeds veel begeleiders die deze klassieke manier van werken toepassen in de praktijk. 

Een trauma of belastend patroon wordt vaak van generatie op generatie doorgegeven. Tijdens een opstelling onderzoekt de begeleider waar zich de oorsprong hiervan bevindt in het familiesysteem van een cliënt. Dit kan tot aan zeven generaties teruggaan om bij de oorsprong van het trauma te komen (of wellicht nog wel verder terug). Vervolgens wordt de generatie of familielid waar het trauma ontstaan is een interventie gepleegd, om dat trauma alsnog een plek te geven. Hierdoor zou het niet meer door moeten werken via het familiesysteem en zou de cliënt er ‘los’ van moeten komen.

Je kunt je voorstellen dat zo’n opstelling behoorlijk lang kan duren, soms wel meerdere uren. Daarmee vormt het een pittige belasting voor de cliënt. Je zou kunnen zeggen dat het ook wat machteloos kan aanvoelen. Er wordt generaties terug iets ‘opgelost’, terwijl de cliënt er als het ware maar een beetje naar staat te kijken.

Vanuit mijn ervaring is de impact van dit soort opstellingen vaker niet-helpend dan helpend voor de cliënt. Deze blijft vaak overweldigd, verward en met een hoop vraagtekens achter.

Werken vanuit de cliënt – deze leer je 😉

Zo door de jaren heen, met het veranderen van de tijdsgeest, zijn we ons steeds meer gaan realiseren dat verandering alleen vanuit jezelf kan komen. Vanuit deze ontwikkeling is een manier van opstellen ontstaat waarbij de cliënt centraal staat en als uitgangspunt wordt gebruikt.

Deze manier van werken werkt dan ook precies andersom. Er wordt niet gegraven naar de oorsprong van het trauma, maar wordt er juist uitgegaan van de ervaringen en gevoelens van de cliënt in het hier en nu. 

Uiteraard worden er representanten opgesteld voor familieleden die een rol spelen binnen de problematiek van de cliënt, maar daar bemoeien we ons verder niet mee – oftewel: zij tonen de essentie, maar we hebben ons niet te bemoeien met wat er verder speelt bij de familieleden die gerepresenteerd worden. Zij hebben immers niet om een opstelling gevraagd of goedkeuring gegeven om trauma’s/patronen aan te kijken die bij hen spelen. De cliënt wél.

De cliënt maakt dan ook actief deel uit van de opstelling. Vanuit de informatie die de opstelling je geeft, werk je als begeleider in de richting van de familielijn waar het trauma ontstaan is. Wanneer helder is waar de essentie van het probleem zich bevindt, pas je interventies toe vanuit de cliënt.

De cliënt kan bijvoorbeeld grenzen aangeven naar een familielid, primaire emoties doorvoelen, helende zinnen uitspreken of helende bewegingen maken. Het gevolg hiervan is dat de cliënt meer op de eigen plek komt te staan of hier naartoe beweegt.

Dat geeft kracht en zelfvertrouwen, juist omdat deze beweging volledig vanuit de cliënt zelf komt. Dit gevoel van vertrouwen neemt de cliënt vervolgens mee in het dagelijks leven.

De verbinding met jezelf vs. met je ouders

Een andere ontdekking die we zo door de jaren heen hebben gedaan (en ik kan die vanuit mijn ervaring in opstellen helemaal beamen) is dat niet de verbinding met de moeder of vader het allerbelangrijkst is, maar die met jezelf. 

Het komt dan ook steeds vaker voor dat we in opstellingen met zielsdelen werken. Wanneer tussen de cliënt en het eigen zielsdeel weer een verbinding kan ontstaan, zien we vaak dat het hele systeem daaromheen ook in beweging komt. 

Dit lijkt een relatief nieuwe ontwikkeling te zijn in het ambacht van opstellen. LIP opstellingen zijn hierin van prachtige toegevoegde waarde, waarbij de focus volledig ligt op het werken en integreren van kinds/zielsdelen (deze ga je ervaren in blok 7 van de opleiding).

Opstelling met de focus op de essentie

Ieder familiesysteem kent ontelbare grote en kleine trauma’s. Dit allemaal willen behandelen is niet te doen en gaat bovendien de functie van opstellen voorbij.

Het enige waar je binnen een opstelling mee kunt werken is met dat waar de cliënt op dit moment – in de dagelijkse realiteit – tegenaan loopt. Dit krijg je helder door middel van een gedegen systemisch interview voorafgaand aan de opstelling. Waarbij je mogelijk ook wat feitelijkheden omtrent de (familie)geschiedenis opvraagt.

Louter een interesse of nieuwsgierigheid is geen gedegen basis om mee op te stellen. Ook als de omschrijving uiteindelijk helemaal niet zo ‘erg’ lijkt te zijn. Dan zit er te weinig energie op om mee te werken.

Voorbeeld uit de praktijk: er kwam ooit eens een vrouw bij mij die los aan het komen was van haar familie om zo werkelijk haar eigen weg te gaan. Haar zus had in dat proces het contact met haar verbroken. Toen ik haar vroeg: “wat is daar erg aan?” – bleek dat ze dat eigenlijk helemaal niet erg vond. Dan valt er dus niets op te stellen. 

Zit er energie op de vraag en ga je wel over tot een opstelling, dan ga je op fenomenologische manier te werk. Dit betekent dat je als begeleider volledig ten dienste staat aan wat de opstelling van je vraagt. En dat kan op ieder moment zomaar veranderen. Daarom is belangrijk dat je het vermogen ontwikkelt om goed waar te nemen zonder te willen weten, controleren, begrijpen, oordelen of sturen. En dat je vanuit aanwezigheid en verstilling in jezelf de impulsen tot spontaan handelen kunt volgen. Dit noemen we ook wel systemische intuïtie. Uiteraard neem je hierin constant de kennis omtrent de systemische wetmatigheden mee, dat is de basis vanuit waar je werkt.

Net als iedere cliënt is ook iedere opstelling uniek. Het is de kunst om hierin iedere keer weer de essentie te vinden, om vervolgens op integere manier interventies toe te passen. Alhoewel dit misschien simpel klinkt, is het precies dit proces waar veel begeleiders in vastlopen en zichzelf in tegenkomen. Dat brengt mij bij het meest essentiële onderdeel van de opleiding: het eigen innerlijke proces van de begeleider. 

Het aangaan van het eigen proces

Familieopstellingen begeleiden is niet iets wat je cognitief kunt leren. Intelligentie heeft er weinig mee te maken. Zelfkennis, zelfbewustzijn en de moed om continu je blik naar binnen te richten en aanwezig te zijn bij wat zich in jou laat zien zijn wat mij betreft – naast de gedegen kennis omtrent de systemische wetmatigheden – de allerbelangrijkst factoren om dit ambacht op integere en kundige wijze uit te voeren. Jij als begeleider bent zelf het ‘gereedschap’. 

Kenmerkend van de manier van begeleiden die je bij deze opleiding leert, is een overgave aan het ‘niet weten’. Het is namelijk niet aan jou om het probleem van de cliënt op te lossen. Sterker nog, die capaciteit heb je helemaal niet. Als begeleider is het daarom essentieel om je eigen plek te kennen en volledig aanwezig te blijven in jezelf. Vanuit daar kan vervolgens een impuls ontstaan tot handelen. Verder laat je het helingsproces volledig bij de cliënt. Dit is ‘doen door niet te doen’.

Juist op dit punt ga je jezelf gegarandeerd tegenkomen in je eigen conditioneringen en trauma’s. Want als begeleider en als mens zit het nu eenmaal in onze conditionering om te willen controleren, begrijpen, redden, voorspellen en oordelen. We willen de opstelling maar al te graag tot een ‘goed’ en voldaan einde brengen. Maar eigenlijk is dit helemaal niet helpend voor een cliënt. Integendeel: de opstelling wordt dan een geforceerd toneelstuk, waardoor de impact ervan volledig teniet gedaan wordt.

Het is daarom juist de kunst om zo dicht mogelijk bij de realiteit te blijven. Dat betekent bijvoorbeeld dat een opstelling helemaal niet in een innige omhelzing tussen moeder en kind hoeft te eindigen als dit niet de bedoeling is. Het uitgangspunt is altijd dat de realiteit, hoe rauw soms ook, uiteindelijk het meest krachtgevend en daarmee helend is.

Om op een juiste en integere wijze te werk te gaan is het dan ook noodzakelijk dat je continu je eigen handelen ondervraagt. Je eigen gedachten en conditioneringen onderzoekt. Je bewust wordt van je eigen patronen en trauma’s. En dat je consistent jezelf blijft onderzoeken – hoe ‘klaar’ je ook denkt te zijn. 

trainingslocatie nijmegen

Wat is de impact van de opleiding familieopstellingen op het dagelijks leven?

Alles wat je leert binnen de opleiding pas je niet alleen toe tijdens het begeleiden, maar neem je ook mee in het dagelijks leven. Een opstelling is namelijk niets meer dan een uitsnede van het leven zelf. 

Gebeurtenissen in het dagelijks leven zijn je grootste spiegel en daarmee je grootste kans tot groei. We worden namelijk de hele dag door getriggerd – of dit nu is door mensen in je omgeving zoals familieleden, partners of collega’s, of door interne processen zoals herinneringen, gedachten en emoties.

Als dit gebeurt, zijn de meeste mensen geneigd om te reageren vanuit angst door kortetermijnstrategieën in te zetten. Bijvoorbeeld door boos te worden, hard te gaan werken, te vluchten in vermijding zoals op je telefoon scrollen of tv kijken of – ja zeker – een opstelling te plannen. Dit zijn allemaal manieren om jezelf te saboteren, zodat je maar niet naar de pijn toe hoeft te gaan. En helaas zorgt juist dit ervoor dat het leven stroperig en moeizaam verloopt.

Het moment dat je getriggerd wordt, kun je ook zien als een uitnodiging om helemaal bij dat gevoel te blijven, zonder dat je hier een verhaal van maakt of ervan wegvlucht. Iets in jou wordt blijkbaar geraakt. Als je hier volledig bij kunt blijven zonder dat het weg moet of anders moet zijn, dan kun je het de ruimte geven. Wat er dan gebeurt, is dat de bijbehorende pijn, bijvoorbeeld verdriet, zich kan aandienen. Die vervolgens doorvoelen, zorgt ervoor dat de pijn zich van je los kan maken. Het enige wat je daarvoor nodig hebt, is de de moed en capaciteit om niet direct te reageren vanuit de pijn, maar juist te verstillen, naar binnen te keren en het de ruimte te geven. 

Bij de pijn aanwezig zijn maakt het leven een stuk eenvoudiger, overzichtelijker en daarmee plezieriger, hoe tegenstrijdig dit misschien ook klinkt. Op deze manier in het leven staan geeft een bepaald gevoel van bevrijding wat niet in woorden uit te drukken is. De paradox is dat dit bijna niet te begrijpen valt tot je het ervaart. De mind snapt hier niets van, maar de ziel begrijpt het volledig. Dit is misschien wel het allerbelangrijkste wat je leert in de opleiding.

Voor wie is de opleiding familieopstellingen bedoeld?

Deze opleiding is voor iedereen met een interesse in systemisch werk en persoonlijke ontwikkeling, maar bovenal voor iedereen die meer vanuit overgave en flow wil leven. De opleiding is een proces naar innerlijke volwassenheid en verantwoordelijkheid nemen voor je eigen pijnstukken. 

Daarmee is de systemische kennis en ervaring die je opdoet een verrijking voor je werk wanneer je een hulpverlenerspositie hebt en/of veel te maken hebt met (organisatie)systemen. Of eigenlijk überhaupt voor iedereen die met mensen werkt. Denk aan beroepen zoals arts, psycholoog, sociaalmaatschappelijk werker of fysiotherapeut, maar ook advocaat, HR-adviseur of consultant. Dit is echter geen vereiste. 

Ook wanneer je niet de ambitie hebt om (op korte termijn) familieopstellingen in te zetten voor je werk, maar gewoonweg geïnteresseerd bent in persoonlijke groei en systemisch werk, ben je van harte welkom om mee te doen.

Praktische informatie

De opleiding Familieopstellingen duurt 18 dagen, verdeeld over 8 blokken. Dat betekent dat je in totaal zo’n 8 maanden onderweg bent. 

Er wordt gewerkt met relatief kleine groepen van maximaal 12 deelnemers. Ook is er de mogelijkheid voor tussentijdse intervisie. Op die manier is er meer dan genoeg tijd om eigen vraagstukken op te stellen en te oefenen met het begeleiden. Zo veel mogelijk doen is hier het credo – door veel te oefenen en ervaren word je daadwerkelijk goed in dit vak.

Benieuwd wanneer de volgende ronde start? Bekijk de pagina over de opleiding, daar vind je alle recente informatie.

Wil je een kennismaking inplannen met de trainer? Ook dat kan natuurlijk. Je kunt hier eenvoudig een afspraak inplannen bij Madelon. Ze staat je met alle liefde te woord.

Kolibrie Academie maakt gebruik van cookies om de bezoekers van onze website de best mogelijke ervaring te bieden en voor het analyseren van bezoekersgedrag waarmee we onze website kunnen verbeteren.