Hoe nu verder na een familieopstelling?
De meestgestelde vraag na afloop van een familieopstellingendag is deze: hoe nu verder dan?
In een familieopstelling wordt onvermijdelijk iets zichtbaar. De ene keer glashelder, de ander keer snap je er werkelijk geen bal van. Een opstelling brengt iets in beweging wat vast leek te zitten, en die beweging gaat na de opstelling als vanzelf verder.
Dat vindt het ego maar niks.
Want wat moet je nu doen met de inzichten die je hebt gekregen?
Iets willen fixen, versnellen of oplossen is een patroon waar enorm veel mensen ‘last’ van hebben. Vaak denken we dat voor elkaar te krijgen door maar hard te gaan werken. Niet alleen na een opstelling, maar überhaupt in het leven. Een patroon dat mij overigens totaal niet onbekend is.
Elke keer als ik iets tegenkwam in mezelf wat me niet aanstond boekte ik maar weer de volgende sessie. Of zelfs als ik maar dacht vast nog wel ergens door belemmerd te worden. Zoals toen ik vond dat mijn omzet niet snel genoeg steeg (terwijl ik pas een jaar aan het ondernemen was en een steady inkomen had waar ik ruim van kon leven). Of toen mijn ideale man zich nog niet had aangediend (terwijl ik net 2 maanden single was). Alles om maar van m’n ‘blokkades’ af te komen.
Mezelf de tijd gunnen? Geen denken aan! Groeien moest vooral snel gebeuren. Op wat voor manier dan ook. En als het niet snel genoeg ging, dan ging ik maar harder werken. Ja, zélfs op het vlak van persoonlijke ontwikkeling gebeurt dat vaak genoeg.
Een coach hier en een coach daar, elke dag een ijsbad, ochtendregimes, zelfhulpboeken, dankbaarheidsdagboeken, affirmaties, de ene na de andere opleiding of cursus… het kan altijd beter en het is niet snel goed genoeg. Klinkt dit bekend?
Wat mij betreft valt dit absoluut onder de categorie hard werken. En ik deed het net zo goed.
Hard werken om maar niet te hoeven voelen
Totdat ik tijdens een familieopstelling keihard werd geconfronteerd met mijn eigen patroon. Want écht voelen waar het nu daadwerkelijk over ging? Daar bleef ik het liefst van weg. In die opstelling vrij letterlijk, ik draaide het mijn rug toe. Wilde er absoluut niet naar kijken.
Bloedirritant vond ik het, dat ik in die familieopstelling niks kon ‘fixen’. Dat er geen ‘halleluja-moment’ kwam. Dat die blokkade niet – tadaaaa – doorbroken was. En het was precies goed. Ondanks alle weerstand. Het was exact de opstelling die ik nodig had. Toen pas begon ik mij te realiseren dat het tijd kost. Dat je jezelf niet kunt dwingen iets te voelen of los te laten. Als een zeepbel spatte die illusie uit elkaar.
Al die grote beloftes van coaches of guru’s werden totaal ongeloofwaardig. ‘In één sessie van je blokkade af’. Of ‘in 5 sessies je familietrauma’s doorbroken’. Of ‘Je moederlijn is geheeld na dit retreat’. Of ‘Wanneer jij je leven wijdt aan Jezus/Buddha/Jopie ben je innerlijk vrij’.
Zo werkt het dus niet. Shit.
Hoe graag je ook wilt, er is niets wat je kunt doen om jouw innerlijke proces te sturen, forceren of versnellen. Sterker nog, hoe meer je dat probeert, hoe moeizamer je het leven waarschijnlijk ervaart.
Wat kun je dan wel doen?
Vooral helemaal NIETS.
Want al dat ‘doen’ komt vooral vanuit een plek van afwijzing. Iets moet immers weg, je hebt er last van, en het liefst zo snel mogelijk ook. Afwijzing zorgt altijd voor binding. Hoe meer jij iets afwijst (of dit nu bij jezelf is, bij een ander of bij je ouders) hoe meer jij er onbewust in de onderstroom aan gebonden bent.
Heling zit niet in alles wat je doet, maar in het NIET DOEN.
In verstilling, rust en stilte kom je jezelf het hardst tegen. Het is de uitnodiging om aanwezig te blijven bij datgene wat er in jou leeft. Meer niet. Klinkt simpel, en dat is het ook. Het is alleen niet eenvoudig.
Het vraagt moed om aanwezig te blijven bij jezelf en je triggers. Het is zo veel makkelijker om gewoon te reageren vanuit je trigger, in je beschermingsmechanisme te schieten. Te vluchten, weg te kijken of de vinger naar buiten te wijzen. Dat ken je immers zo goed. Maar het is niet helpend.
Wat wél helpend is, is op je handen gaan zitten. Het verdragen. Erbij aanwezig zijn.
- Zonder oordeel
- Zonder het te willen veranderen
- Zonder het op te willen lossen
- Zonder dat het stiekem tóch weg moet
Dat moet je uiteindelijk zélf doen. Elke dag opnieuw. En dit kost simpelweg tijd en een flinke dosis daadkracht. Want soms kan het nogal eens frustrerend worden. Of lang duren. Of kom je telkens opnieuw dezelfde triggers en patronen tegen. Lijkt er geen eind aan te komen. Dát is het moment waarop je door mag zetten. Ja, soms wel jaren.
Daar kan geen enkele therapie, familieopstelling of zelfhulptool tegenop. Er zijn geen short cuts.
Uiteindelijk – wanneer je de moed hebt telkens het oog naar binnen te richten – zal je merken dat de triggers steeds minder vaak voorkomen. Steeds zachter worden. Dat je er steeds gemakkelijker doorheen beweegt. Het vertrouwen in jezelf begint toe te nemen. Je voelt je steviger, stabieler en meer weerbaar. Zonder daar hard voor te hoeven werken. Fijn toch?
Wat mij betreft is de weg naar binnen de enige weg die er werkelijk toe doet.