Nauwelijks verandering terwijl je al jaren ‘aan jezelf’ werkt? Hoe dan?
Misschien is dit herkenbaar voor je: al jaren ‘werk’ je aan jezelf en tóch blijf je tegen dezelfde patronen en belemmeringen aanlopen. Welke therapie je er ook tegenaan gooit, tot grote frustratie lijkt er (uiteindelijk) niet veel te veranderen. Hoe kan dat toch?
Er kunnen 2 dingen spelen.
- 1. Je komt hetzelfde patroon of trauma op een laagje dieper tegen. Lees dan vooral even het blogartikel: kun je een belastend patroon helemaal overstijgen?
- 2. Vanuit afwijzing zet het patroon of trauma zich juist meer vast.
In dit artikel ga ik dieper in op nummertje 2.
Vraag jezelf eens het volgende af…
Werk je hard aan jezelf, omdat je een afkeer hebt tegen sommige gedragingen van jezelf? Omdat je van bepaalde dingen ‘af’ wilt? Er niet mogen zijn? Vlieg je van het één naar het ander om het maar te ‘fixen’ en op te lossen?
Over het algemeen verzetten we ons hard tegen onze eigen beschermingsmechanismen. Logisch, want vaak hebben we juist daar nu zo veel last van en blokkeert het ons.
Denk aan in ons hoofd leven, jezelf onzichtbaar of klein maken, geen grenzen durven stellen, niet kunnen voelen, jezelf afsluiten, perfectionisme, hard werken, vluchten in afleidingen, focussen op de ander. Maar ook verslavingen en een zucht naar dopamine in gevaarlijke sporten en hobbies.
Alles wat er niet mag zijn – buitengesloten / afgewezen wordt – zal zich onderlangs des te meer laten zien
Dat is een systemische wetmatigheid. Dus hoe harder we werken om iets ‘op te lossen’, hoe meer het zich vastzet. En helaas zijn er heel veel therapeuten die het net zo graag voor je op willen lossen (en dat ook beloven) – gevoed vanuit hun eigen trauma’s en patronen.
Oordeel en afwijzing (dus ook naar aspecten van jezelf) zorgen ervoor dat je gebonden blijft, wanneer het gezien wordt en er mag zijn kan het zich van je losmaken.
Dus in plaats van zo hard te werken om ergens ‘vanaf’ te komen is het precies het tegenovergestelde wat mag gebeuren.
Blijf aanwezig. That’s it.
Ga naar de pijn toe
Ja dat klinkt eenvoudig en in de kern is dat het ook, maar de uitvoering is vaak een stuk uitdagender. Want er zit meestal een hoop weerstand op het aanwezig blijven bij onze beschermingsmechanismen. We willen er ten slotte maar al te graag vanaf. Terwijl ze ons jarenlang veilig hebben gehouden. Én ze het gevoel hebben dat nog steeds te moeten doen. Ooit hadden ze een belangrijke functie. Misschien heb je het dankzij deze mechanismen zelfs wel overleefd.
Het wordt nu je volwassen bent tijd ze te zien voor wat ze zijn en te doorvoelen wat ze beschermen: kindsdelen van onszelf die vanwege trauma bevroren zijn in de tijd.
Je hoeft er niet vanuit te handelen en in mee te gaan, maar wél bij aanwezig blijven. Voel het maar. Waar zit het in je lijf? Mag het er werkelijk helemaal zijn? Kun je er wellicht zelfs dankbaar voor zijn? Alleen dan kan het de functie verliezen – het schild laten zakken bij wijze van spreken – en kun je contact maken met het kindsdeel dat erachter schuilgaat, dat het al die tijd heeft beschermt.
Ga er naartoe en blijf aanwezig, in plaats van ervan weg of erin mee te gaan.
Want nu, nu ben je volwassen. Nu ben je wél veilig, in en bij jezelf. Nu kan je voor jezelf zorgen. Stap voor stap bouw je daarmee aan het vertrouwen in jezelf. Elke keer wanneer het je lukt aanwezig te blijven groei je in stevigheid en kracht.
Dus spreek met jezelf af: ik blijf.
Familieopstellingen zijn in dit proces voor mij (en vele anderen) enorm helpend gebleken. Niet alleen word je tijdens een opstelling mogelijk met je eigen kindsdelen en beschermingsmechanismen geconfronteerd, ook leer je aanwezig te blijven. Eén van de meest waardevolle vaardigheden die je jezelf eigen kunt maken als je het mij vraagt 🙂