Met een gesloten hart heeft een opstelling weinig zin
Steeds meer mensen vinden hun weg naar een familieopstellingendag. Prachtig natuurlijk! Maar ik merk ook een keerzijde aan deze ontwikkeling (voor zover dat een keerzijde is, of wellicht gewoon – zoals alles – helemaal de bedoeling).
Je hoort vaak wonderlijke en magische verhalen over opstellingen (wat het ook is). Maar om een opstelling ook daadwerkelijk de kans te geven om z’n werk te doen, is een bepaalde mate van bewustzijn en openheid wel gewenst. Doordat opstellingen nu zo winnen aan bekendheid, zie ik ook dat er met enige regelmaat deelnemers komen die dit eigenlijk nog niet zo ontwikkeld hebben.
Dit zijn deelnemers die van een opstellingendag eigenlijk direct resultaat verwachten. Dat zo’n opstelling zonder al te veel persoonlijke inspanning diepgaande patronen op magische wijze op zou lossen. Of komen met een houding van: ‘we zullen wel eens zien of dit gaat werken’. Of: ‘als ik het niet begrijp, heeft het vast niet gewerkt’.
Helemaal niet erg natuurlijk – we hebben allemaal zo onze verwachtingen – maar als het je niet lukt die verwachtingen wat los te laten op zo’n dag (en vooral: daarna!), sluit je jezelf af voor wat zichtbaar wordt en belemmer je jouw eigen groeiproces.
Met een gesloten hart heeft welke vorm van therapie of begeleiding dan ook weinig zin.
Soms merk je na een opstelling direct verandering
Veel vaker worden er zaadjes geplant die tijd en aandacht nodig hebben om te ontkiemen. Soms wordt alleen maar de bodem vruchtbaar gemaakt. Voor de één duurt dit een week, voor de ander een maand en voor weer iemand anders zelfs jaren.
Dit vindt het ego natuurlijk niet leuk. Het ego wil direct en snel resultaat. Het ego wil dat de verwachtingen worden vervuld. Helaas is dat met een opstelling zelden het geval. Vaak wordt er zelfs iets compleet anders zichtbaar dan je verwacht had. Maar wél exact wat je nodig hebt.
Hoe meer jij er met je hoofd tussen zit, hoe minder ruimte het zaadje krijgt om tot bloei te komen. En soms zelfs geen schijn van kans heeft om überhaupt te groeien.
Een familieopstelling laat de essentie zien
Wat het voor de mind lastig kan maken, is dat een opstelling tastbaar is en tegelijkertijd ook weer totaal ongrijpbaar. Lekker paradoxaal.
Een opstelling laat de essentie zien, het trauma. Wat er werkelijk in de diepte speelt. Waar we in de realiteit over het algemeen voornamelijk overlevingsmechanismen, conditioneringen en patronen zien. De mind kan het lastig vinden om dat onderscheid te maken.
Bijvoorbeeld: zo kun je in de dagelijkse realiteit een vader zien die erg autoritair en bepalend is, maar in de opstelling staat hij erbij als een zwakke, angstige man. Dat kan voor de mind enorm verwarrend zijn. De dagelijkse realiteit is het overlevingsmechanisme: dominant zijn. De opstelling laat de essentie zien: angst (met een oorsprong in trauma).
De mind kan daarvan in de weerstand schieten. Die projecteert de dagelijkse realiteit op de opstelling die zichtbaar wordt, en trekt de conclusie: ‘Dit herken ik niet, dus het is niet waar. Dit begrijp ik niet en dus is het zinloos’. Het gevolg? Je gaat je verzetten tegen datgene wat zichtbaar wordt: de essentie. Daar waar het werkelijk om gaat. Het lukt je dan niet om voorbij het bekende kijken en zien hoe de signalen uit de opstelling je iets willen vertellen. Je iets duidelijk willen maken.
Een opstelling liegt niet
Het ego kan het alleen soms maar moeilijk verkroppen wat er zichtbaar wordt.
De ziel begrijpt het echter volledig. Die wil in beweging komen. Jouw capaciteit om het niet te willen begrijpen, niet in je hoofd te schieten, maar aanwezig te blijven in je lichaam en het helingsproces zijn natuurlijk weg te laten vervolgen, dát is bepalend voor de impact die een opstelling uiteindelijk kan maken.
Dat vraagt iets van je. Soms grote offers.
Denk aan het stoppen met alsmaar te ‘doen’ en hard werken. Het opgeven van slachtofferschap. Het loslaten van een identiteit. Principes en idealen achter je laten. Het loskomen van onschuldig willen blijven (het brave meisje/jongetje zijn). Grenzen stellen. Noem maar op.
Het ‘werk’ gebeurt vanzelf wanneer jij de moed hebt om rust te nemen, goed voor jezelf te zorgen en je aandacht naar binnen te richten in plaats van naar buiten te projecteren, te vluchten en weg te kijken.
Náár de pijn, het ongemak en de weerstand toe bewegen. Hoe moeilijk, onmogelijk of doodeng dat soms ook lijkt.
Groei vind je in aanwezigheid met alles wat er is. Dan kan een zaadje werkelijk tot bloei komen.